De situatie en de opdracht van de ombudsmannen is geregeld op basis van de wet van 1991 en diverse opeenvolgende Koninklijke besluiten en reglementaire teksten, met name:
Conform deze teksten hadden de ombudsmannen van 1993 tot en met 2012 recht op de verloning en de voordelen inzake sociaal statuut, verkeersvoordelen, vergoedingen, … eigen aan een equivalente functie bij de NMBS.
Het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD Mobiliteit en Vervoer, waarop deze beweringen berusten, stelt het reglementaire karakter van de tot op heden uitgevoerde betalingen door de NMBS-Holding geenszins in vraag.
Teneinde de onafhankelijkheid van de ombudsmannen te waarborgen besliste de wetgever bij de wet van 28 april 2010 om de ombudsmannen voortaan onder te brengen bij de FOD Mobiliteit en Vervoer. Het is deze federale overheidsdienst die sinds 1 december 2012 rechtstreeks instaat voor de uitbetaling van de lonen van de ombudsmannen.
Voordien ontvingen de ombudsmannen hun loon van de NMBS-Groep. Dit was zo wettelijk bepaald. Bij de spoorwegen kregen de ombudsmannen een globaal verloningspakket met inbegrip van de specifieke toelagen eigen aan het spoorwegpersoneel.
De inspecteur-generaal van Financiën stelt terecht vast, dat de FOD in het licht van deze nieuwe situatie - die op 1 december 2012 in voege ging - geen voldoende wettelijke basis heeft die haar in staat stelt om de NMBS-Holding terug te betalen indien deze nog zou instaan voor de kost van spoorwegspecifieke toelagen ten behoeve van de ombudsmannen. Dit advies werd vanzelfsprekend opgevolgd.
Inmiddels is er het koninklijk besluit van 24 oktober 2012 dat in werking trad op 1 december 2012 en dat het administratief en geldelijk statuut van de ombudsmannen vastlegt. Sinds 1 december 2012 worden de ombudsmannen dan ook betaald door de FOD Mobiliteit en Vervoer en dus komt de NMBS-Groep hierin niet meer tussen.